Wie vertelt me van het leven?
Hemel, aarde hebben wij bewogen.
Toch brandt zomer in de ogen
tot de tranen vloeien gaan,
regens van intens verdriet
om je veel te kort bestaan.
Dank voor wat je blijvend geeft:
vreugde, eenvoud, warm vertrouwen
vriendschap en een klare geest,
rots waarop we altijd bouwen,
vuur dat in ons verder leeft.
‘t Waren trage, lange dagen
in de hoge blokkendoos.
Steeds maar wachten, steeds meer vragen.
Somber, dankbaar, bitter, boos.
Heimweedronken zijn die dagen,
vol van graven in ’t verleden,
hol van ’t rennen en het jagen.
Dol het hoofd en loom de leden.
Geef mij (graag) de lichtste dagen
als ik blij mijn tuin in loop.
Na de twijfel , zwaar om dragen,
krimpt het kwaad en groeit de hoop.
Geef mij lange, schone dagen
in mijn weidse Wase land.
Wek het oude welbehagen,
plant mijn sporen in het zand.
Reik de stralendste der dagen
aan mijn tochtgenoten aan,
die welwillend, zonder klagen,
mee de berg zijn opgegaan.
© PV, 04 juni 2022
Ik stap naar het dorp
waar de zon volop schijnt,
een nieuw leven begint
en de kommer verdwijnt.
Ik groet weer de vrienden
die hartelijk zijn
en fluit levenslustig
een zomers refrein.
Voor Yvonne
Na dagen geselende regen en
moeizaam, moedig afscheid nemen
is nu jouw winter aangebroken
en zullen wij, na de tranen,
gesterkt door de herinnering,
het leven verder moeten leven
zonder je kordate blik vol werklust
en je aanstekelijke levensvreugde.
We zullen nieuwe wegen vinden
om alles toch weer zin te geven.
Want in ons hoofd en hart,
in de ogen van onze kinderen
leven intense, klare kleuren
die, na de mist van diep gemis,
een klaterend verhaal vertellen
van lang en gul gedeeld geluk.
Ze vertellen van het vlijtige werk,
de vakbekwame liefde voor de stiel,
de warme zorg voor het gezin,
de goede vrienden langs de baan,
de laatste weg die je moest gaan.
In weemoed en herinnering
aan blije, warme tijden
zal jij weer leven en weer wonen
in schone verhalen van nu en toen.
Dan zal je in gedachten,
in vreugde en in droefenis,
altijd weer op ons wachten.
(foto's WVM) PV 13 november 2023
Sterkte...
We wensen je wat warmte toe,
wat troost in deze droeve dagen
en bovenal oprechte hoop
dat achter elke nare nacht
onstuitbaar weer de dag begint.
Dag Tuur
Augustus bracht ons toch
nog fraaie, koele dagen,
zegen van regen,
herstel en groene dijken,
geur van herfst en kermis in ’t verschiet,
wat sluiers mist en ginds achter de
horizon, belofte van nieuw leven.
Tot plots het absoluut onmogelijke,
een dreun, een mokerslag
bij hemelsblauwe hemel,
het licht uit jouw goedlachse ogen
voorgoed van ons ontnomen werd.
Wij zwijgen en we treuren,
we troosten en we wenen zacht
omdat ons groot geluk
nu niet meer in ons huis
maar in ons hart zal blijven wonen.
Dag vriendelijke, brave man.
Dag Tuur, dag pa, dag grote vent.
Tot later. Nee, tot straks.
Want in de dromen en gedachten
en in de klare sterrenhemel
bij rouwen en verwachten
zal jij voor altijd bij ons zijn.
Dag Tuur.
Denkend aan Walther
Hij wandelt vol verwondering
met zachte, inventieve ogen
doorheen de smalle, stille straten
van het aloude groene dorp.
Hij is de dromer-duizendpoot
die onze wereld vatten kan
in tere, fijnbesnaarde taferelen
of in een feest van fantasie.
Zijn meesterschap munt uit
in innige, verrassende verhalen.
Hij laat ze spreken, laat ze stralen
in broosheid of in pure kracht.
Hij heeft de kundigheid in pacht.
Hij draagt de zomer in zijn ogen
en weet de winters kleur te geven.
Hij plant, voorbij het onvermogen,
zijn warmte in ons drukke leven.
Nog nooit lagen
- de eerste dagen van september -
de grijze speelplaatstegels
er zo verweesd,
verslagen,
zo zomers stil
maar scherp getekend bij.
Nooit eerder snakten
warme najaarsluchten
staalblauw en wolkenloos
naar hoop en loutering.
Straks regent het
tranen,
parels van herinnering.
Ze heeft in ’t groeiend licht na Kerst
nog even ’t nieuwe jaar begroet.
Ze heeft de geur van buien en van verse regen
boven de wolkengrijze polder nog geproefd
en ongetwijfeld droeg zij in haar jonge hart
de warmte van de thuis en van de vrienden mee.
Ze heeft midden de klamme, koude winter
toch plots en onverhoeds vaarwel gezegd…
maar wandelt straks met ons,
in onze dromen en gedachten,
over het veld onder een nieuwe lentezon,
op weg naar weer een warme zomerdag
waar ooit haar leven ook begon.
Verlangen straalt je naam vooruit
en deelt hem blinkend aan ons mee.
In ’t hoge, onvertogen kruid
kijkt zacht de nacht en zwijgt de zee.
De koekoek roept,
de merel fluit,
de olifant trompettert luid.
Ik beleef blij mijn mooiste dag.
Ik zing en spring,
ik dans en lach.
winter is
een warm festijn
slapen eten
welkom zijn
winternacht en
vol verlangen
groeiend licht
en dan jouw komst